Pinksterbloemen (Cardámine praténsis). Pinksteren, de 49e dag na Pasen. Hoe de naam van dit bloemetje zo wijd verbreid heeft kunnen raken is een raadsel. De bloei is meestal al over zijn hoogtepunt heen met Pasen.
Als je kijkt naar de Oudnederlandse benamingen, dan kom je veelvuldig de naam koekoeksbloem tegen. Dat klopt qua bloeitijd veel beter. Met de komst van de eerste koekoeken staat hij namelijk vol in bloei. Het is jammer dat die naam al bezet is door de Echte koekoeksbloem (Silene flos-cuculi).

Cardamine stamt van het Griekse benaming voor dit plantengeslacht Kardomon, pratensis is afleid van het Latijnse woord voor weidebewonend en slaat op de groeiplaats. De pinksterbloemen zijn ecologisch van groot belang voor vroege vlindersoorten. In een tijd dat nog niet veel kruiden bloeien, leveren ze nectar aan de dagpauwoog, het zandoogje en niet te vergeten.... het oranjetipje! Het oranjetipje is zelf grotendeels afhankelijk van de pinksterbloemen voor het afzetten van eitjes. En nu is de tijd!
Ga op een vrij uurtje even wandelen in de Lieskampen bij Gameren. En zie zelf hoe mooi deze bloemen en hun bezoekers zijn.

tekst en foto: Dirk Muller

 

Eitje oranjetipje (eivormig, geribbeld) op pinksterbloem      foto: Harry Kolman