Gebraden reiger, blauw, purper of zilver, met de juiste saus erbij, was in de Vroegmoderne tijd een echte lekkernij voor de rijken. Reigernesten genoten bescherming (werden opgeeist) door grondbezitters en de jongvolwassen vogels werden vlak voor ze konden vliegen, net na Pasen, uit het nest geschoten. Dan zat er genoeg vet op. 

Wat dat betreft was de Rus uit Den Haag een beetje vroeg met zijn maaltje waarvan de poten nu in het museum zijn verdwenen. Maar smakelijk zal het wel zijn geweest. De rijken wilden ze niet voor niets voor zichzelf houden. 

En dan.... de bereiding. Een gerecht uit een Vroegmodern kookboek. "Een notabel boecxken van cokeryen" gedrukt tussen 1500 en 1540 bij drukker Thomas Vander Noot. Voor de rijke mensen geschreven zoals blijkt uit de ingrediënten saffraan, kaneel, gember en peper.

 

"Sause te maken tot reygers oft ten capuinen die men metten voeten braet na Paesschen.

Neempt cruymen van broode ende stootse wel ontwee [maak het goed fijn] met luttele wijns ende edicx [azijn] ende slaghet duer eenen stramijn [zeef]. Dan suldijt linghen [aanlengen] met wine ende edick tsamen ende doet erinne veel sofferaens, veel caneels ende ghimber, maer datse wel gheluwe [knalgeel] si. Ende eest dat ghi wilt, doetter luttel pepers inne ende doetere inne smout [vet] van den reygher. Waer [ware] oock die reygher te magher, so soude men dyen selven reygher met anderen smoute [vet] dropen [bedruipen] ende doen dan dat smout in de sause ende latense sieden [koken] totdatse dick ghenoech es ende oock wel binde."

 

Eet u smakelijk!

tekst en foto: Dirk Muller