Beheeder: Staatsbosbeheer
Oppervlakte: 91 ha (43 ha toegankelijk)
Status: Ecologische Hoofdstructuur
Van oorsprong is het gebied ‘de Lieskampen’ een stuk land in de komgronden van de Bommelerwaard. Deze gronden zijn de laagst gelegen delen tussen de rivieren. Ze stonden dan ook een groot deel van het jaar onder water. Deze stukken land waren in gebruik als griend, eendenkooi, of als hooiland. In de directe omgeving van wat we nu ‘de Lieskampen’ noemen waren drie eendenkooien te vinden.
Langs de Lieskampen ligt het afwateringskanaal ‘de Capreton’. Dit gegraven water moest er voor zorgen dat de omliggende stukken land hun water kwijt konden. Het is logisch een dergelijk kanaal aan te leggen in een laaggelegen deel. Het water stroomt er van nature naar toe.
De Lieskampen zoals het er nu uit ziet, is aangelegd na de ruilverkavelingen in de jaren 1970. Het is een gebied dat onder invloed staat van kwelwater zoals dat in de tijd voor de ruilverkavelingen in een groot deel van de Bommelerwaard het geval was. Na het uitruilen van grond is de waterhuishouding in de Bommelerwaard minder onder invloed van de rivier komen te staan. Goede afwatering is beter mogelijk geworden door de schaalvergroting in de landbouw.
In de Lieskampen wordt het waterpeil hoger gehouden dan in de omgeving. Hierdoor is de eendenkooi in het gebied niet drooggevallen en krijgen bijzondere kwelminnende planten een kans. In het natuurgebied kom je onder andere Dotterbloem en Waterviolier tegen.
De Lieskampen is voor de helft toegankelijk. Het toegankelijke deel heeft vele functies. Er is een visvijver, zijn wandelroutes uitgezet en je kan er paardrijden. In een deel van het gebied mogen honden loslopen.
De omgeving van de Lieskampen is nog volop in ontwikkeling. Het gebied is aangemerkt als natte parel in de Ecologische Hoofdstructuur en onderdeel van de Ecologische Verbindingszone ‘de Capreton’. Deze zone moet De Lieskampen verbinden met de Meidijkse Wielen. Hiervoor worden gronden in de omgeving van de Capreton aangekocht en ingericht volgens het model ‘Kamsalamander’. Hierdoor moet een kleinschalig landschap ontstaan met poelen. Dit moet er voor zorgen dat de Kamsalamander en vele volgsoorten zich makkelijker kunnen verspreiden. Hiervoor is het echter ook nodig dat de poelen visvrij zijn (zo ook de Lieskampen). Dit is een lastig punt omdat er in de Lieskampen een visvijver is. Ook de Capreton is zeer visrijk.